zondag 27 september 2009

Als een vlinder






Vorige week zaterdag gingen we op bezoek bij Moadab. Hij woont samen met zijn vrouw en twee dochters in Westerlee.
Na het eten opende hij zijn weblog ( www.moadab.blogspot.com ) en las in het Nederlands een gedicht voor:

Hand in hand
Lopen we op straat
Het regent
Ik luister naar je handen

Zullen we naar het bos gaan

Zo meteen wordt je lichaam
Mijn land

Tijdens de terug weg
Helemaal nat
Willen we ons graag
Alles nog een keer herinneren
En het voor altijd vergeten

Het was een mooie avond met de gedichten, met de wijn en de vrouwen die zachtjes met elkaar kletsten.
Ik las ook het gedicht ‘als een vlinder’ voor:

Ze had zwarte ogen
als de nacht
maar zwarter dan eenzaamheid.

Ik beschreef haar als een kaars
die op het graf van haar moeder brandt
ze beschreef zichzelf als een vlinder
ik heb het later begrepen
toen ze in het vuur sprong
onder de regen
onder de ogen van God.

‘Wie was ze?” vroeg Moadab nieuwsgierig.
‘Haar naam was Maryam,’zei ik, ‘ze was zeventien jaar oud toen ze als een uitgenodigde politieke vluchteling met haar oudere zus naar Nederland kwam. Ze kwam vaak bij ons nadat ze had gehoord dat haar moeder op dezelfde dag met de broer van mijn vrouw opgehangen werd in de gevangenis van de stad Mashhad.
‘Ik was toen dertien,’zei Maryam kalm tegen mijn vrouw, ‘toen mijn moeder voorgoed bij me weg moest gaan.’
‘Zat je met je moeder samen in de gevangenis’ vroeg mijn vrouw voorzichtig.
‘ Ja, niemand durfde op mij te passen, mijn hele familie was op de vlucht of in de gevangenis. Ik heb de laatste drie maanden met mijn moeder in een cel gewoond. Mijn moeder was zestig jaar oud. Ze was niet echt actief in een politieke organisatie. Ze was zoals alle moeders, ze steunde alleen haar kinderen met geld en onderdak. Ik kan nog steeds niet geloven dat ze er niet meer is. Bij afscheid zei mijn moeder dat ze terug komt, dat de Islamitische regering niet een oude vrouw durft te executeren. Moeilijk, afscheid nemen van haar was erg moeilijk.’ Vertelde ze terwijl de tranen op haar wangen druppelden.’

Elke keer dat ze op bezoek kwam bij ons, vertelde ze een stuk over haar moeder. Soms kwam ze met een hoofddoek, soms zonder hoofddoek. Ze vertelde later aan ons dat ze van haar zus haar hoofddoek niet mag wegdoen, omdat volgens haar zus een broer van ze geëxecuteerd is en omdat ze de kinderen van een moeder zijn die voor de echte islam op de galg ging.

Na een jaar ging ze bij haar zus weg. Ze wilde vrij zijn. Ze gooide haar hoofddoek voorgoed weg, liet haar haren blond verven en droeg kleren als een jonge Nederlandse dame. Ze wilde vrij leven maar de nachtmerrie over de gevangenis, over de dood van haar moeder, haar broer liet haar niet los. Ze durfde niet meer slapen. De nachtmerrie maakte haar gek. Op een koude avond ging ze op straat. Ze huilde en schreeuwde als een verdwaald kind: mama, mama….!
Daarna kwam ze in een psychiatrische afdeling in Groningen terecht. Na een jaar mocht ze naar huis. Ze voelde zicht goed en gelukkig. Ze werd verliefd op een Iranese jongen die in Haarlem woonde. Na een paar maanden verhuisde ze naar Haarlem. We waren blij dat ze haar liefde, haar rust had gevonden. Na ongeveer een half jaar hoorden we dat ze op een park zichzelf in brand had gestoken. Ze was tweeëntwintig jaar oud.
Op de dag van haar begrafenis huilde haar dode moeder bloed door mijn ogen.’

‘Wat een verhaal! Man, je moet dit verhaal op papier zetten, anders ga ik zelf het doen,’ zei Moadab en schonk de glazen vol met wijn.

vrijdag 25 september 2009

Meer dan daar

Ik voel, zegt zij
dat ik niet meer hier ben
iemand anders ademt in me
loopt met me mee
fantaseert
wordt een vis
verlangt naar de zee.

Maar ik ben hier, zeg ik
we lopen op straat
de hemel is bewolkt
zoals altijd
roept iemand ons als een hond
ziet ons als een kraai
zoals altijd zijn we bang
twijfelen in ons.

Hier, zegt zij
wil ik meer een vogel zijn
meer dan daar.

woensdag 23 september 2009

Mijn vader

Mijn vader opent
elke nacht zijn ramen
luistert naar de liedjes
van de wind
die zo vreemd waait.

Mijn vader weet
dat ik mijn woorden
aan de wind schrijf.