maandag 25 januari 2010

Afscheid

Afscheid
kan uitgelegd worden
zoals ieder woord een betekenis heeft.

Toen ik mijn huis
mijn vaderland achterliet
had afscheid voor mij nog geen betekenis.

Toen ik vertrok
schreven mijn voeten het afscheid.

Als ik terugkeer
zal ik de weg om uitleg vragen.

dinsdag 19 januari 2010

Hammam


Vorige week toen ik in de openbare bibliotheek dit schilderij zag, verlangde ik meteen naar de warmte en rust. Daarna dacht ik aan mijn moeder toen zij me als vierjarige jongen tussen andere blote vrouwen in de hammam waste met zelfgemaakte harde zeep.

De Hammam was een eeuwenoud badhuis, een gunstige plaats voor de vrouwen om zichzelf te wassen en met andere vrouwen naar eigen keuze en zin een praatje te maken.
Hammam was ook een ideale plaats voor de bruidzoekende moeders om voor hun zonen een meisje van top tot teen kunnen bekijken.
Vroeger was de hammam elke dag open, in de ochtend voor de vrouwen en in de middag voor de mannen.

Toen ik dit schilderij zag, dacht ik aan de laatste keer dat ik met mijn moeder naar de hammam ging:

'Opstaan, we moeten gaan,' riep mijn moeder tegen me terwijl ze mijn schone kleding in haar gekleurde tas deed. Het was vrijdagochtend. De wintersneeuw bedekte het hele dorp. De weg naar hammam was vol van kinderen die op hun vrije dag met de sneeuw speelden.

In de kleedruimte van de hammam trok mijn moeder mijn kleren uit. Daarna liep ik hand in hand met haar de hammam binnen. Daar was ik altijd bang voor Nana Zahra die met haar lange grijze haren als een kale oude boom klaar stond om haar emmer met heet water op mijn hoofd leeg te gooien.Toen ik naast mijn moeder zat, gooide zij snel de emmer op mijn hoofd leeg. Het was heet maar ik zei niks. Rustig keek ik hoe de vrouwen zichzelf zaten te wassen, hoe ze op de heerlijk warme vloer gingen liggen zodat later Nana Zahra hen kon insmeren en schrobben.

'Madaar Hosein,' riep Nana Zahra ineens tegen mijn moeder terwijl ze met haar hand op mijn hoofd aaide, 'hoe oud is jouw zoon eigenlijk? Hij kijkt wonderlijk en nieuwsgierig naar ons lichaam.'
'Hij wordt volgende maand vijf, die begrijpt er nog niks van, Nana Zahra,' antwoordde mijn moeder lachend.
Daarna kwamen een paar vrouwen om me heen staan. 'Even wachten,' zei Nana Zahra haastig en ze kwam naast me zitten. 'Opstaan, jongen.' Ik keek naar mijn moeder. Zij glimlachte en knikte. Ik stond op.
Ineens trok Nana Zahra mijn onderbroek naar beneden. 'Nee,' schreeuwde ik huilend en trok het naar boven. 'La ellahaa ellaal lah,' riep Nana Zahra lachend. 'hij begrijpt het wel, Madaar Hosein, het is een zonde dat hij hier is.'
'La ellahaa ellaal lah,' riepen alle vrouwen samen en ze bedekten hun borsten met hun kleurig handgemaakte hammamdoeken.

donderdag 14 januari 2010

Elke ochtend

Elke ochtend
hoor ik de stem
van heimwee.

In de ogenblikken
tussen slaap en waken
is het alsof mijn moeder mij roept.

Wanneer ik mijn ogen open
zeg ik bij mijzelf
misschien is de wind
mijn moeder
die elke ochtend
op het venster klopt.

zaterdag 2 januari 2010

2010


‘Voor de komst van de duisternis waren wij warm, rond het vuur van een vuurtempel,’ zingt iemand in het Perzisch in mijn hoofd. Ik zit achter het raam en zie hoe de sneeuw dansend daalt, hoe in de tuin de sneeuw groeit. Ik zie hoe mijn dochter met haar kleine rode laarzen door de sneeuw rent. Ik zie haar witte spoor op de sneeuw, de heldere waarheid van haar bestaan.
Ik zie hoe zij met haar kleine rode laarzen op de sneeuw schrijft: '2010'

Ik zie en zeg in stilte: 'gelukkig nieuwjaar'
Ik zie hoe mijn dochter gelukkig is met het nieuwjaar, hoe het nieuwjaar gelukkig is met mijn dochter.

Ik denk aan het oudjaar, aan een gedicht van Rutger Kopland:

Niets bleef over van het oude
buiten, van tuinen, van gras
waar ooit iets gebeurd moet zijn.

Wil het ooit weer iets worden
dan zal ik het zo moeten opschrijven
dat ik niet meer hoef
te zoeken, maar kan huilen.