vrijdag 10 januari 2014

De geur van de dood




Het leven zingt
op mijn adem
achter mijn ooglid
op mijn schouder
achter het groen, wit en rood van mijn vlag
op mijn gedicht
achter mijn duizend ongeschreven verhalen.
Het leven weet
dat mijn dag
de geur van de dood heeft.


 
Zaterdag 11 januari 2014 ga ik met mijn vrouw en kinderen naar de crematie van onze geliefde Nederlandse moeder/ oma. Zij was de contactpersoon van onze Iraanse vriend en daardoor kenden we haar en haar man.
Zij was een bijzonder aardige lieve vrouw. We zullen haar erg missen.

Op dinsdag 7 januari toen ik oma in haar kleine kamer in 't Blauwbörgje dood in de kist zag, herinnerde ik me het verhaal van Jalal-e-Din Mohammad Molavi Rumi (Molana), 1207 - 1273. Hij schreef een lang gedicht over een Perzische handelaar en zijn papegaai. De dag dat de handelaar naar India ging, vroeg hij aan zijn papegaai: lieve, ik ga naar India, wat wil je dat ik voor je meeneem? De papegaai antwoordde: doe de groeten aan de papegaaien in het bos, vertel hun dat ik hier in de kooi doodmoe moet blijven leven.
Toen de handelaar in India aan de papegaaien in het bos de boodschap doorgaf, viel er ineens een papegaai van een tak op de grond neer en ging dood. De handelaar voelde zich erg schuldig. Toen hij terugkeerde naar zijn huis, vertelde hij het verhaal tegen zijn papegaai. De papegaai trilde en viel daarna dood in de kooi. De handelaar huilde verbaasd, deed de kooi open, pakte de papegaai en gooide hem in het tuintje weg. Opeens bewoog de dode papegaai en vloog hij de hemel in.

Even later kwam de papegaai terug en zei hij vrolijk tegen de handelaar: Bedankt voor de goede boodschap van de papegaaien uit India. Nu ben ik helemaal vrij.
Was oma niet doodmoe van haar kamertje in 't Blauwbörgje?
Ik denk het wel. Zij ging dood om haar vrijheid, geluk terug te vinden.