‘Brood hebben wij wel maar rozen niet,’ zei mijn vrouw een dag tegen me.
Met ‘brood en roos’ denk ik aan de Vrouwendag, de dag dat de vrouwen in 1908 in opstand kwamen voor de vrouwenemancipatie en tegen de vrouwendiscriminatie.
De actie van de vrouwen was een lange schreeuw die wij nog steeds horen. Ze eisten brood en rozen. Ze kregen het brood misschien wel, maar nog geen rozen. De lange kreet van de vrouwen lijkt op een roos die in een donker bos naar licht zoekt.
Hier ga ik een roos schrijven, een roos voor 8 maart, die in Iran verboden is:
Een vrouw
die in mijn gedicht schreeuwt
lijkt op een roos.
Hoor je
het geluid van de hoeven
en de luide schreeuw
van de roos?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten