Het leven zingt
op mijn adem
achter mijn ooglid
op mijn schouder
achter het groen, wit en rood van mijn vlag
op mijn gedicht
achter mijn duizend ongeschreven verhalen.
dat mijn dag
de geur van de dood heeft.
Op dinsdag 7 januari toen ik oma in
haar kleine kamer in 't Blauwbörgje dood in de kist zag, herinnerde ik me het
verhaal van Jalal-e-Din Mohammad Molavi Rumi (Molana), 1207 - 1273. Hij schreef
een lang gedicht over een Perzische handelaar en zijn papegaai. De dag dat de
handelaar naar India ging, vroeg hij aan zijn papegaai: lieve, ik ga naar
India, wat wil je dat ik voor je meeneem? De
papegaai antwoordde: doe de groeten aan de papegaaien in het bos, vertel hun
dat ik hier in de kooi doodmoe moet blijven leven.
Toen de handelaar
in India aan de papegaaien in het bos de boodschap doorgaf, viel er ineens een
papegaai van een tak op de grond neer en ging dood. De handelaar voelde zich erg
schuldig. Toen hij terugkeerde naar zijn huis, vertelde hij het verhaal tegen
zijn papegaai. De papegaai trilde en viel daarna dood in de kooi. De handelaar
huilde verbaasd, deed de kooi open, pakte de papegaai en gooide hem in het tuintje
weg. Opeens bewoog de dode papegaai en vloog hij de hemel in.
Even later kwam
de papegaai terug en zei hij vrolijk tegen de handelaar: Bedankt voor de goede
boodschap van de papegaaien uit India. Nu ben ik helemaal vrij.
Was oma niet doodmoe van haar
kamertje in 't Blauwbörgje?Ik denk het wel. Zij ging dood om haar vrijheid, geluk terug te vinden.