zaterdag 2 januari 2010

2010


‘Voor de komst van de duisternis waren wij warm, rond het vuur van een vuurtempel,’ zingt iemand in het Perzisch in mijn hoofd. Ik zit achter het raam en zie hoe de sneeuw dansend daalt, hoe in de tuin de sneeuw groeit. Ik zie hoe mijn dochter met haar kleine rode laarzen door de sneeuw rent. Ik zie haar witte spoor op de sneeuw, de heldere waarheid van haar bestaan.
Ik zie hoe zij met haar kleine rode laarzen op de sneeuw schrijft: '2010'

Ik zie en zeg in stilte: 'gelukkig nieuwjaar'
Ik zie hoe mijn dochter gelukkig is met het nieuwjaar, hoe het nieuwjaar gelukkig is met mijn dochter.

Ik denk aan het oudjaar, aan een gedicht van Rutger Kopland:

Niets bleef over van het oude
buiten, van tuinen, van gras
waar ooit iets gebeurd moet zijn.

Wil het ooit weer iets worden
dan zal ik het zo moeten opschrijven
dat ik niet meer hoef
te zoeken, maar kan huilen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten